Geschiedenis
Het Groote Museum ging in 1855 open voor leden van het genootschap Natura Artis Magistra. Op de bovenverdieping bevond zich het museum vol vitrines en kasten gevuld met objecten: van schelpen tot schedels en van preparaten tot skeletten. Hier werd natuur onderzocht en kennis gedeeld.
Terug in de tijd
Wie in de 19de eeuw via de nu monumentale trap van het Hoofdgebouw naar het museum op de bovenverdiepingen liep, zag honderden meters vitrines en legkasten gevuld met duizenden objecten: van schelpen tot schedels en van preparaten tot skeletten. Hier maakte het Genootschap Natura Artis Magistra haar ambitie waar om natuur te bestuderen en kennis te delen. Men leefde in een tijd waarin men zich afvroeg wat de relatie van de mens met dat andere leven was, waarbij in de koloniale gedachte onder ‘natuur’ ook niet-westerse volkeren werden geschaard. De natuur zat achter glas, de mens stond ervoor en de scheiding tussen beide was compleet. In 1947 sloot het museum en na 75 jaar opent het in 2022 zijn deuren om die scheiding te slechten.
Museale ambities
Een museum was voor de oprichters van het Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra vanzelfsprekend. Zij wilden onderzoek doen en op die wijze kennis over de natuur overbrengen. Ze startten in 1838 met het verzamelen van dode dieren en al snel ook van levende dieren. De levende dieren kregen hun verblijven in het steeds groter wordende park, terwijl voor de dode dieren een klein gebouw werd neergezet. Deze collectie groeide en al binnen enkele jaren bleek deze voorloper van het Groote Museum te klein.
Ledenlokalen en museum
Het ledenaantal van het genootschap steeg flink. In 1850 werd besloten een plek van samenkomst voor de leden te bouwen. Gaandeweg ontstond het idee de bovenzalen als tentoonstellingsruimte in te richten. Zo kwam het Hoofdgebouw tot stand, nu bekend als het Groote Museum, ontworpen door architect en honorair lid van het Genootschap Jan van Maurik (1812-1893). De bouw vond in verschillende fasen plaats tussen 1850 en 1855. Hierdoor ontstond het eerste museumgebouw in Amsterdam.
Herontdekking
Het Hoofdgebouw onderging na de sluiting ingrijpende veranderingen. Het bijzondere 19de-eeuwse museuminterieur van de bovenzalen bleef grotendeels intact. Al vanaf het begin van de 21ste eeuw lagen er plannen om het Groote Museum te restaureren en te vernieuwen. Het tweede museum aan het vrij-toegankelijke Artisplein. Het eerste museum van Amsterdam, dat vanuit een noodzakelijk nieuw perspectief een bijdrage levert aan de uitdagingen van deze tijd.
Tijdcapsule
Het Groote Museum staat op het eerste stuk grond van ARTIS en was destijds een van de modernste gebouwen in Amsterdam. Het rijksmonument is volledig vernieuwd en gerestaureerd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Ook de imposante, originele vlindertrap is volledig gerestaureerd, net zoals de vitrinedeuren. Als bezoeker loop je nu over dezelfde houten vloer waar in 1855 de leden van het genootschap overheen liepen. Een ware tijdcapsule.